Een grenen platenvloer is een zelfdragende
vloer
van dikke houten delen variërend van
ongeveer 6 tot 14 cm. Door de extreme dikte van deze
vloerdelen
('platen' geheten)
konden deze
aaneengesloten en zonder ondersteuning van extra balken, dus zelfdragend worden
opgelegd in het metselwerk van de bouwmuren. Een grenen platenvloer is dus eigenlijk zowel
vloer als
balklaag.
Pas bij grotere overspanningen wordt de kans op doorbuigen te groot
en moet een
onderslagconstructie
worden toegepast.
Meestal werden deze delen aan de zijkant van groeven voorzien, waarin
losse veren
werden aangebracht, die het verband van de vloer verbeterde en doorval van gruis of
stof voorkwamen.
Een kenmerk van een grenen platenvloer is dat deze rondom op metselwerk werd opgelegd. Dit
maakt duidelijk dat de grenen platenvloeren geen oorsprong in de
houtskeletbouw
hebben; daar zou immers niet op alle punten houvast zijn geweest om een
belastbare vloer aan te brengen. Hiermee is echter niet gezegd dat ze nooit in
houten huizen zijn toegepast.
Alle tot nu toe aangetroffen houten platenvloeren werden uitgevoerd in
naaldhout, meestal
grenenhout.
Over het specifieke doel of de reden van grenen platenvloeren zijn verschillende
verklaringen denkbaar. Een redelijke verklaring wordt gevonden in de aard van de vloer
die op de platen werd gelegd. Opvallend veel grenen platenvloeren dragen namelijk
plavuizen
of
natuurstenen vloeren.
Het maken van een
raveling in een grenen platenvloer
is een verhaal apart.
Tekst: Dik de Roon (10-2009). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Dik de Roon